De kritische periode

"Wetenschap is geordende wijsheid, wijsheid is het geordende leven"

De kritische periode van Kant begint bij het werk: de kritiek der zuivere rede in het jaar 1781. In het werk stelt Kant een kritisch onderzoek in naar de draagwijdte der menselijke kennis, dat wil zeggen zowel naar de zekerheid als naar de begrensdheid der rede. Kant heeft een volkomen nieuw uitgangspunt uitgekozen om deze vraag te beantwoorden. In plaats van te zeggen dat kennis zich naar de dingen richt, stelt hij nu dat de dingen zich naar de kennis richten. Kant gaat ervan uit dat kennis mogelijk is en dat er een bepaalde hoeveelheid zekere kennis bestaat. Hij was sterk onder de indruk van wiskunderegels en natuurkundewetten en zoekt hetzelfde in de metafysica. Hiervoor maakt hij onderscheid tussen a priori en a posteriori.
A priori is alles wat zeker is afgezien van ervaring en a posteriori is kennis uit ervaring(absoluut niet zeker). Ik nauw verband liggen analytische en synthetische oordelen. Een analytisch oordeel analyseert uitsluitend de begripsinhoud en voegt er geen nieuwe kennis aan toe, een synthetisch oordeel doet dit wel. A priori is dus analytisch en a posteriori is synthetisch. Kant meent dat er synthetische oordelen a priori bestaan. Kant is er op gericht de a priori elementen van de kennis aan het licht te brengen. Deze blijken namelijk gelijk te zijn aan de voorwaarden waarmee men tot ervaringskennis komt. Deze voorwaarden zijn van twee aarden. Ten eerste gaat het over vormen waar onze ervaring geplaatst wordt, ruimte en tijd. Volgens Kant geen eigenschappen van de dingen, maar vormen van de aanschouwing. Ten tweede gaat het over begrippen die de ervaringskennis pas mogelijk maken, waarvan Kant een lijst van twaalf opstelt in 4 categorieën.

Kwantitatieve
Kwalitatieve
Van relatie
Van modaliteit
Eenheid
Realiteit
Substantie
Mogelijkheid
Veelheid
Ontkenning
Oorzakelijkheid
Werkelijkheid
Alheid
Beperking
Wisselwerking
noodzakelijkheid

Gezamenlijk brengen deze twee voorwaarden de mogelijkheiden voor zekere kennis, wanneer ze betrokken zijn op de ervaarbare werkelijkheid. Het is onmogelijk te leren kennen hoe de werkelijkheid op zich zelf is (“Ding an sich” wat een onbekende grootheid is). Onze kennis draag derhalve een eindig karakter, want vervalt tot pure speculatie zodra het terrein van ervaring wordt verlaten.

Een ander werk van hem is de Kritiek van de Praktische Rede. Ook in de praktische filosofie zoekt Kant de a priori-regels, die niet vanwege ervaring geldig zijn. Hierdoor is de zedewet, die absoluut geldig is, uitsluitend een formeel principe omdat alles op ervaring is gebaseerd. Met handhaving van de traditionele moraal en de daarin vervatte maximes (stelregels), legt Kant het fundament ervan in de zogenaamde categorische imperatief. Die geldt uit zichzelf, ongeacht het doel  wat  men zich op een bepaald moment stelt. Dat in tegenstelling tot alle andere imperatieven die hypothetisch zijn. Zij geven aan welke voorwaarden nodig zijn voor een doel, maar werken alleen als het doel gewenst is. Kant heef op verschillende wijzen het imperatief geformuleerd. Bijvoorbeeld: “Handel slechts volgens de stelregel, waarvan u tegelijk kunt willen dat deze tot algemene wet wordt”. Of: “Handel zo, dat u de mensheid zowel in uw persoon als in de persoon van ieder ander, altijd tegelijk als doel, nooit alleen als middel hanteert” De plicht blijft gelden, ongeacht of men neigingen heeft om bepaald gedrag te volgen. De zedelijkheid is autonoom, oftewel stelt a priori de wet op, zonder onderworpen te zijn aan welke aard dan ook, dat zou heteronomie betekenen. Om dit te laten functioneren, zijn drie voorwaarden, postulaten, onmisbaar:
1: God, als garant van de zedewet.
2: Vrijheid voor de mens op zedelijke beslissingen te nemen.
3: Onsterfelijkheid als situatie waarin alle aardse onrechtvaardigheden kunnen worden vereffend.
Deze voorwaarden zijn absoluut geen bewijzen, want Kant heeft alle godsbewijzen ontkracht in zijn denksystemen. Ze wijzen namelijk altijd op ervaringsbegrippen op een ongeoorloofde manier toegepast op een verondersteld wezen buiten de ervaring.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten