Immanuel Kant was de zoon van een meester zadelmaker en was 1 van de 9 kinderen. Aan het ouderlijk huis dankt hij de aanraking met het piëtisme, een godsdienstige beweging die echte vroomheid eiste. Op zijn achtste ging hij naar het Fridericianum, waar hij 7 jaar is gebleven. Hieraan had hij, voor het eigenlijke gebied waarin hij zich interesseerde (natuurwetenschappen en filosofie), niks te danken. In 1740 ging hij theologie, filosofie en wis- en natuurkunde studeren aan de universiteit in Koningsbergen. In 1746 werd hij huisleraar en verdiende negen jaar lang de kost door op adellijke landgoederen les te geven. In 1755 promoveerde hij en werd hij privaatdocent aan de universiteit. Dit deed hij gratis, want het was een erefunctie. 15 jaar later werd hem het professoraat voor logica en metafysica opgedragen dat hij tot zijn dood heeft bekleed. Naast deze beide vakken gaf hij ook les in: mathematische fysica, geografie en antropolgie. In de meer dan 40 jaar dat hij les heeft gegeven werd hij als een geliefde en stimulerende hoogleraar gezien.
"Als je niet kan zien, ben je gescheiden van de dingen;
als je niet kan horen, ben je gescheiden van de mensen."
In het algemeen vertoont het leven van Kant grote standvastigheid en is het arm aan gebeurtenissen. Dat hang samen met zijn zwake lichaam. Hij was klein en iets vergroeid doordat zijn ene schouder hoger was dan de andere. Kant had zichzelf regels opgelegd tot handhaving van zijn gezondheid en hij had zichzelf een ijzeren concentratie op zijn eigenlijke levenstaak voorgeschreven. Daardoor is het hem gelukt om gezond een oude leeftijd te bereiken en zodoende zijn levenstaak in hoofdzaak te voltooien. Zijn dagindeling was dus gericht op zijn regels. Een duidelijke regelmaat herhaalde zich elke dag. Hij stond op om 5 uur en niet veel later begon hij met werken. Van zeven uur tot negen uur gaf hij colleges. Van negen uur tot één uur was bestemd voor eigen studie waaruit wetenschappelijke geschriften ontstonden. Bij het middagmaal waren er bijna altijd gasten aanwezig. Hij gaf zijn voorkeur aan de 'normale' man boven de geleerden. Het middagmaal was echt bedoelt als ontspanning en kon wel een paar uur duren. Na een wandeling die ook regelmatigheid vertoonde, ging hij weer werken en elke dag stipt om 10 uur naar bed. Dit alles werd de volgende dag weer herhaald. Alles had zijn vaste tijd en de buren wisten dat het precies half 4 was als hij naar buiten ging voor zijn wandeling, die hij in bij weer deed.
Kant verkreeg door zijn werken een beroemheid tot ver over de grenzen van Pruisen. Hij verkreeg veel aanzoeken ergens anders een leerstoel aan te nemen maar die wees hij telkens af. Toen hij, nadat hij lichamelijk erg achteruit was gegaan, de dood vond, kwamen er mensen uit alle rangen en standen naar zijn woning om hem nog één keer te zien. Dit geeft aan hoe geliefd hij was bij de bevolking. Ook zijn uitvaart was groots.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten